top of page

Verhalen lezen

Wandeling langs de dijk - 11 - Westeind

Bron: Jan de Heer


We gaan vanaf de Eilandstraat richting het westen. Gezien hebben we de aanlegplaats van het veer. De Veerstoep richting Oud – Alblas. We behandelen het Westeind binnen en buitendijks gelijk met vermelding binnen of buitendijks. En zo gaan we op weg Na nog geen meter komen we de eerste vermeldingswaardige zaken tegen. Allereerst binnendijks niet meer terug te vinden de Kikkersteeg, waar nu de oprit achter de Veerpromenade is.


Aan het eind van deze steeg stond een boerderij. Ook iets verder was gemeentehuis. Maar dan moet men toch in 1800 over de dijk gaan. Daarachter de dijk ligt een wijk die de naam “De Schans draagt. De Schans eens opgericht door Jacoba van Beieren, in 1574 weer in ere hersteld met de bedoeling om de Spanjaarden tegen te houden. Hier is echter niets van terecht gekomen want toen het Spaanse leger de schans naderde was de bezetting naar Dordrecht gevlucht. Iets verder staat een gebouwtje, wat eens het Groene Kerkje genoemd werd. Dit naar aanleiding van de groene ruitjes die er toen inzaten. Het kerkje van de Christelijk Gereformeerde.


Dan komen we bij de openbare school gebouw eind 1800, Er word geen school meer gehouden Woonkracht 10 liet het hele pand restaureren en vestigde hier hun kantoor in. Nu is het een bedrijfsverzamelgebouw. Lopen we verder dan komen we langs het metsel bedrijf van Verschoor benedendijks. Iets verder de tuinderij van Van der Linden met de kassen ook benedendijks.

Dit alles is niet meer terug te vinden. De winkel van Kraal met een grote sortering van gereedschap. Jaren lang de winkel gewest waar onze dorpsgenoten hun gereedschap kochten. Dan komen we bij de ‘ Noordesingel, Nauw ja singel. Schrijver weet nog dat het een onbestrate stoep was Wat huizen aan de linkerkant, zo als het nu nog is en aan de rechterkant een eeuwen oude boerderij die rond 1955 in vlammen is opgegaan. De stoep eindigde aan het einde met een hek naar de landerijen.


Wel een verschil met de huidige situatie. Hier stoppen we even en keren terug naar het begin en kijken eens naar de buitenkant van de dijk. Juist aan de buitenkant en de daar aanwezige Gantel was en is nog veel bedrijvigheid. Als eerste was daar de scheepswerf van de heer Van der Esch Zoon Gerrit van der Esch was de eerste scheepmaker in de fam. en werd als zodanig genoemd in een lijst van beroepen te Papendrecht uit 1815.


De kleinzoon van Willem van der Esch had volgens het kadaster in sectie A 769 een scheepsmakerij ( nu locatie Westeind drukkerij Koppelaar) waar de fam. een werf had tot 1900. Willem had drie zoons die allemaal scheepmaker werden. In 1889 bleek de werf bij een arbeidsinspectie op werknemers van 12 jaar tot 16 jaar , 20 man in dienst te hebben., waaronder één jongen onder de 16 jaar. In een krantenverslag van Het Dordrechtsch Nieuwsblad van 30 juli 1906. Onder de kop De eerste . Aan de Scheepswerf van de heer Rijsdijk te Papendrecht ( voorheen ) W van der Esch werd met goed gevolg te water gelaten een stalen sleepboot.


Als bijzonderheid word nog vermeld Eigenaardig is dat deze werf sinds 1721 niets ander dan houten vaartuigen werden vervaardigd. De nieuwe eigenaar de heer Rijdijk is echter onmiddellijk met de bouw van ijzeren schepen aangevangen. Op 4 maart 1907 werd een hinder wet vergunning voor de scheepsbouwwerf van A Rijdijk afgeven. Voor zover bekent heeft de oudste scheepswerftimmerwerf van Papendrecht gestaan aan het Westeind, waar nu de panden 17 en 19 staan. De werf met drie hellingen was gevestigd naast de aanlegplaats van de veerboten naar Dordrecht, dus vlak bij het Oude Veer. Tot ongeveer 1900 zijn op deze werf uitsluitend houten schepen gebouwd.


Het was Willem van der Esch die de werf in 1777 kocht van Jan de Jong. Sindsdien is de familienaam tot aan het einde van de houten scheepsbouw aan de werf verbonden geweest. Toen Willem rond 1835 overleed zette zijn zoons Bastiaan en Cornelis de werf voort. Tal van schippers hebben hier hun schip laten bouwen In 1854 weden alle bezittingen van de broers Bastiaan en Cornelis van der Esch verkocht, dus ook de scheepswerf. Deze werd evenwel voortgezet door Bastiaan van der Esch Hendsriksz. Die daar tot +/_ 1909 eigenaar van is geweest. Deze nieuwe eigenaar is bij de oudere bekend als Baas van der Esch. De naam ,,Baas,, was een algemene aanduiding voor hen die de leiding bij de bouw van een schip. Op de schuur stond aan de dijkzijde het volgende rijm:

Hier maakt men schip en boot. En masten klein en groot Tot elks gerief, want ziet Op zee maakt men ze niet.



In 1910 werd de werf overgenomen door Adrianus Jacobus Verwey, scheepsmaker te Papendrecht In 1918 werd alles gesloopt om plaats te maken voor de panden Westeind 17 en 19. Toch is er na de scheepswerf nog meer hiervan te vertellen. Allereerst de drankwinkel van de familie Romein. Dan volgt een meubelzaak Foest,. Panden bestaan nog maar met een andere winkel invulling. Dan volg “De Blauwe zaal“. Jaren lang werden hier de bruiloften en feesten ingehouden. Heel ouderen weten hier nog van. Dan vestigde zich de drukkerij van Koppelaar in dit pand. Na 2015 staat het leeg of wordt gebruikt als pakhuis.


Weer is schrijver aan het woord en loopt dan naast een loods van de eerdergenoemde scheepswerf. Hier was een lasschool in gevestigd. Na de sloop hiervan was er niets meer over van de oude scheepswerf. Volgde nu de rijwielzaak van IJzerman nu nog steeds bestaand. Daar gaan we weer een hele tijd terug en komen we dan in 1700 uit, waar vermelding wordt gemaakt van een koornwasserij. Beter gezegd een handelaar in graan. Dit bedrijf is tot in 1920 in de handen geweest van de fam. Van Wageningen. Nu vind men nog wel de bedrijfsruimte waar enkele kleine bedrijfjes gebruik van maken.


Daarnaast het oude kantoor gebouw van de aannemer Visser en Smit. Later gebruik door de machine fabriek Van Rossem die daarnaast het bedrijf had. Nu zitten er nog enkele bedrijfjes in. De werkplaatsen van Van Rossem zijn inmiddels gesloopt en op die plaats zijn er woningen verrezen. Gaan we verder dan komt men de opslagplaat van de winkel van Kraal tegen. Waar vroeger ook bouwmateriaal opgeslagen was, en nu een woonhuis staat. Zo zijn we dan weer recht tegenover de Noordesingel gekomen waar we nog een oude boerderij aantreffen, nu woonhuis met schuur. We gaan nu verder aan de binnenkant van de dijk en komen allereerst de slagerij van de fam. Kraal tegen. Nu een gewoon woonhuis geworden.


Waarna onder aan de dijk de school volgt. Ook dit is verleden tijd en is de gehele school verbouwd tot woningen. Verder vinden we nog wat oude woningen en ook nieuwbouw. Meestal op de plaats waar boerderijen hebben gestaan. We zijn bij de van Maerlandstraat aangekomen. Een weg van de dijk naar beneden. Dan even terug naar de Noordensingel Dan vinden aan de buitenzijde van de dijk eerst de werkplaats van aannemer De Heer. Dan de bloemenzaak van Commendeur. Deze is gevestigd in de werkplaats waar eens schilder Groen zijn werkplaats had.


Daarnaast zit een aannemer in bouw materiaal deze is gevestigd in de werkplaats wat ooit de metaaldraaierij Ferrie was. Dan gaan we een stukje verder en schrijver kwam dan de werkplaats van de timmerman Van de Linden tegen, met zijn woonhuis ernaast. Het woonhuis bestaat nog maar op de plaats van de werkplaats is een woning verrezen. Zo komen we hiernaast op een nu leeg stukje grond waart eens de scheepwerf Matena was een oud bedrijf waar vele schepen gebouwd zijn. Opgericht door Willem Matena, geboren op 11 augustus 1870 te Papendrecht.


Op een geven moment is Willem zo rond 1910 voor zich zelf begonnen. In de avonduren, alhoewel dit maar korte uren zullen zijn geweest. In die jaren was de arbeidstijd gemiddeld van s, morgens 7 uur tot s, avonds 7 uur en een vrije zaterdag daar had nog niemand van gehoord. Met veel werk voor de werf braken er door de geplande dijkverzwaring toch donkere tijden aan. Eerst zou eer een sluis in de Gantel komen met een doorvaartbreedte van veertien meter, dit dan voor de aan de Gantel gelegen werven die met de scheepvaart te maken hadden. De grootste hiervan het bedrijf “Visser en Smit “ vertrok van deze locatie.


Het bedrijf van de heer Dekker waterbouw verdween, en de heren van het “Hoogheemraadschap“ krabbelde terug en plaatse in plaats van een sluis een dam in de Gantel. Dus kwam er geen schip meer voor de werf. Men begrijpt dat het bedrijf bij deze beslissing niet eens was. Toch is na een tijd waarbij de werf enkel maar ijzerconstructie werk kon doen, dat dan met de kraan onver de loods werd heen gehesen op een vrachtwagen op de dijk gezet werd om verder vervoerd te worden. Hun activiteiten met scheepsreparatie door bemiddeling met de gemeente Papendrecht weer voortgezet, maar dan met een grote werkloos aan de “Kooihaven“ in Papendrecht aan het Oosteind. Waar nu 2005 weer veel reparatie werk aan schepen wordt uitgevoerd. Wel is nieuwbouw niet meer mogelijk maar het bedrijf is al hoewel op een andere locatie blijven bestaan.


Zo gaan we van de van Maerlantstraat aan de binnenzijde van de dijk verder en komen we dan de woning van tegenover gelegen scheepswerf Van de Adel tegen Niet dat dat die er meer woont, maar heeft wel rond 1900 deze laten bouwen. Hiernaast moet ook een café geweest zijn. Waar vaak beruchte vechtpartijen ontstonden. Daarna volgt een aantal woningen Waarbij gezegd moet worden dat eer aan het einde van het Westeind de woningen allemaal gesloopt zijn, van wege de dijkverhoging. Nu een kaal dijkvak geworden. De laatste woningen waren ooit de kantoor en werkplaats van de aannemer in grondwerken Dekker die ook aan de overzijde en op het Slobbergors terrein in bezit had.


Keren we nu weer terug naar de van Maerlantstraat aan de buitenzijde van de dijk. Dan komen we de scheepswerf van de fam. Van de Adel tegen. Een heel oud bedrijf. Het eerste bericht dat we in de Merwebode tegen komen is van 11 juli 1891, Maar er van uit te gaan dat deze toch betrekkelijk kleine werf in het Westeind van Papendrecht al eerder is ontstaan. In het krantenbericht wordt al gesproken van de werf van de weduwe P van de Adel. Bij het nazoeken van gebouwde schepen komen we al bouw orders tegen van 1886, onder de naam scheepswerf P van den Adel. Het is in het bericht van 16 januari 1897 de eerste maal dat we lezen de Gebroeders van den Adel.


Wie waren die gebroeders? De gebroeders heten Teunis en Arie. van den Adel. Na het overlijden van Teunis werd het bedrijf door Arie voortgezet. Reeds in 1909 werd de werf de scheepswerf van de heer A van den Adel genoemd. Hier werd met grote vakmanschap vele mooie schepen gebouwd, eerst houten en na 1900 geleidelijk aan ijzeren zeil en motorschepen. In de binnenvaartwereld stond het bedrijf bekend om zijn stoere, brede en elegante klippers. Ondanks het ontbreken van tekeningen werden deze schepen gebouwd net behulp van mallen. In 1926 werd nog een vergunning afgeven voor het veranderen van het bedrijf. Het bedrijf is met ingang van 15 januari 1927 stilgelegd en nadien is alles opgeruimd.


Het terrein werd kolenwerf. De nog bestaande ijzerloods werd kolenloods van de heer Kamermans, kolenhandelaar. Ook dit is alweer niet meer zichtbaar, er liggen op dit stukje grond nog enkele woonschepen. Daarna komen we bij de smederij. Op de plaats waar eens de heer Duijvendijk zijn eerste scheepjes bouwde, en later de heer Verdoorn zijn zand zeefde verrees nu een smederij. Een gedeelte van de werkplaats werd woonhuis.

Ernaast ronkte de smidsoven. Hekken, rookvangers, lampen kortom alle sier smeedwerk komen uit de werkplaats. Smederij A. Groen bestaat al bijna een halve eeuw en is algemeen bekend in Papendrecht en omstreken. In al die jaren heeft onze smederij goede kwaliteit en service geleverd.


Zo komen we aan het einde van de buitenzijde van de dijk van het Westeind. We zien nu na de weg het Slobbergors op nog enkele woningen. Tot aan het Noordhoek. Dit is niet altijd zo geweest, schrijver weet nog van de hoge schutting en de loods die daar stond. Het is allemaal weg, maar het kantoor is blijven staan en is nu woonhuis. We gaan eens bekijken wat er daar ter plaatse zoal is geweest.


Dan is er nog wel een rijtje bedrijven op te noemen. Als eerste de scheepswerf “Juliana “ Daarna het bouw bedrijf “Boele en van Heesteren.” “Breko scheepswerf en “Topex “aggregatenbouw. Daarna maakte de slopershamer een einde aan de loodsen.



Het was op zaterdag 10 augustus 1912 dat er in het Dordrechtsch Nieuwsblad het volgende bericht verscheen. "Naar wij vernemen is door een Rotterdamse firma, van de dames M en Pz Veth aan het westeind alhier een terrein aangekocht. Het doel van deze aankoop is, om daar een bedrijf te doen verrijzen voor het vervaardigen van motoren en vaartuigen. Verder was er medegedeeld dat ter plaatse ook een dwarshelling zal worden aangelegd."


Het was drie jaar later op Maandag 2 augustus 1915 dat er in die zelfde krant de tewaterlating van een schip vermeld werd. Dit wil niet zeggen dat de bouw van de werf drie jaar heeft geduurd, er zullen er voor die tijd ook wel schepen van de helling gegaan zijn. Dit wordt bevestigd in een opgave van een lijst van de gemeente waarin staat dat de werf in 1914 gestart is. Maar hiervoor kunnen we alleen terecht bij de krantenberichten.


In een opgave van de gemeente Papendrecht werkte er in 1921 liefst 160 man. Deze toch vrij onbekende werf waarvan weinig te vinden is, heeft toch een zestal jaren voor werkgelegenheid gezorgd. Er zijn zeker voor die tijd grote zeeschepen gemaakt. Zijn de eerste berichten over deze werf te vinden in 1915. De laatste vermelding vinden we in 1921. Lezen we dat er in februari 1921 nog een forse vrachtboot van de helling liep, en ook in de opgave van het aantal personeel 160 man, wat toch een best groot aantal werknemers was. Maar na de tewaterlating van het genoemde schip werd het stil met berichtgeving. In die zelfde lijst wordt met het aantal werknemers staat 1914 tot 1921 dit was dus het laatste jaar dat de werf draaide. Na de tewaterlating en afbouw bleef de helling leeg. Als officiële opheffingsdatum wordt vermeld 8 januari 1923.


Ook hier is de rust weer gekeerd en het bedrijven terrein bebouwd met woningen. Foto 1999.

90 weergaven0 opmerkingen
bottom of page