top of page

Verhalen lezen

De geschiedenis van de grote kerk

Bron: Jan de Heer


Als men over de geschiedenis van Papendrecht wat wil vertellen is het altijd de vraag waar beginnen we . Ruim 900 jaar geleden zag het in deze omgeving er heel ander uit.


We stellen ons voor dat er zo rond het jaar 1100 een groepje mensen in deze omgeving gestuurd door het Bisdom Utrecht hier aankwamen. Zij vonden in de huidige Kerkbuurt een verhoogde stroomrug en vestigde zich daarop. Dat moet het begin geweest zijn. Van uit deze plaats ging men de strijd met het water aan, een strijd die al die eeuwen gebleven is. 33 maal heeft in de waard de roep geklonken “Het water komt “ Waren het geen dijkdoorbraken in Papendrecht, dan kwam het water wel ergens anders vandaan.


Voor het eerst komen we de naam Papendrecht tegen in een archief stuk uit het Bisdom Utrecht in een geschil tussen twee plaatsen. Waarin een zekere priester Hugo genoemd werd als parochie priester van Papendrecht. Een naam die men kan verbinden met het geestelijke leven Papen als Vader vaneen gemeenschap Drecht als veer of doorwaadbare plaats. Heel mooi, maar wat schrijft ingenieur Lips in een geschrift over Papendrecht zo rond 1920 Maak het niet zo moeilijk Papen hete de veerman, en zo is ons dorp naar de veerman genoemd. Ook een mogelijkheid. Hoewel ik het liever op het eerste houd.


Veel valt er over die begintijd niet te vertellen, en als men er dieper op in gaat zal het niet zomaar te begrijpen zijn. Reken maar dat er hard gewerkt werd Alleen al om het hoofd boven water te houden.

Toch moet er op de huidige plaats van de Grote kerk in de Kerkbuurt een klein kerkje gebouwd zijn, met wat we zullen maar zeggen woningen er om heen. Bij opgravingen elders blijkt dat zoon kerkje niet groter zal zijn geweest dan 3,5 bij 8 meter.. 1277 moet dit kerkje al vervangen zijn geweest wat op oude kaarten te zien is. Zo rond 1480 was er een nieuwe Vrijheer van Papendrecht de Heer Oem die zich ingezet heeft voor een nieuwe kerk. Dit moet een best volwaardig gebouw zijn geweest.

Van 1486 tot en met 1572 zijn de namen van de zeven hier gevestigde pastoors bekend. Daarvoor buiten dan de priester Hugo weten we niets.



Het was niet alleen de strijd tegen het water dat men hier moest voeren, maar ook werd men op het dorp betrokken met de strijd tegen de stad Dordrecht. Zo rond 1433 lag Jacoba van Beyeren met een leger in Papendrecht om de stad Dordrecht te belegeren.. Dit mislukte echter en Jacoba moest het toneel verlaten. Men moet zich wel indenken wat dit voor de gemeenschap van Papendrecht betekend heeft. Weer jaren later in 1574 bouwde men vanuit de stad Dordrecht hier een belegeringsschans, ter hoogte van de huidige Eilandstraat. Er is nu nog een wijk naar genoemd Hoewel het niet de extracten plaats is. Wat was de aanleiding hiertoe?


Op 25 juni 1572 waren de watergeuzen met hun schepen voor de stad Dordrecht gekomen, en al spoedig kozen zij zonder strijd de zijde van Willem van Oranje. Men beweerd dat op die dag voor het eerst de Prinsenvlag in Papendrecht op de het veerhoofd gewapperd heeft. Dit is niet helemaal correct daar de Veerdam onder de stad Dordrecht viel. Zoals verwacht lieten de Spanjaarden dit zich niet zomaar welgevallen en eind mei werd vanuit Schoonhoven een tegen offensief ingezet, Inmiddels werd de Alblasserwaard door middel van gaten in de dijk onder water gezet, een wel ingrijpende gebeurtenis.


Ook bij de Grote waal in de Vissersbuurt werd de dijk doorstoken. Helaas drongen de Spanjaarden toch door de lage waterstand de waard binnen en verwoeste vele kerken. Ook ons dorp ontkwam niet aan de verwoesting. De opgerichte schans werd al spoedig prijs gegeven en zo waren de Spanjaarden ongeveer drie maanden heer en meester in het dorp. Waarbij ook de kerk verwoest werd. Nogmaals wat heeft dit alles betekend voor de inwoners. We weten hier eigenlijk niets van. Al spoedig werden de Spanjaarden met een slag gestreden rond Kinderdijk en Krimpen aan de Lek door het leger van de Prins verslagen en keerde ook hier de rust weer terug.


Na ruim 25 jaar later werd de kerk herbouwd, alleen was het niet meer zoon groot gebouw, maar eigenlijk een eenvoudig kerkje met wel een toren. Terwijl het koor nog jaren als een ruïne aan de kerk vastgezeten heeft.


Was het wel zo rustig op het dorp? Een dorp dat leefde in de voorziening van levensmiddelen aan de stad Dordrecht. Melk groente enz. werden elke dag naar de stad vervoerd en uitgevent. Dit heeft zeker tot zo rond 1940 geduurd. Men mag wel zeggen “wij als Papendrechters hebben de stad Dordrecht in leven gehouden. “ Wat een moeite dit voor de boeren gekost heeft lezen we vele malen in de krantenberichten, Al die jaren zat de rivier vele malen dicht gevroren. En moest men met schietschouwen trachten de rivier over te steken. Als het ijs behoorlijk vast in de rivier zat was het mogelijk om met paard en wagen over het ijs naar de stad en omgekeerd te gaan.


Dat was een punt. Een ander gevaar melde zich aan Ten eerste de zeeslagen met Engeland, Wat dit voor het dorp betekend heeft heb ik niet kunnen achterhalen, maar zo rond 1780 dreigde de Fransen ons land te belegeren. Wat het gevolg had dat vele in Brabant te werk gesteld werden met het maken van verdediging middelen. Ook uit ons dorp werden groepen jongeren voor drie maanden naar Brabant gestuurd. Opmerkelijk is in de attestatie boeken De boeken voor in en uitgaande gemeenteleden in die tijd, dat er veel jonge mannen vertrokken naar Brabant en vele jonge vrouwen uti Brabant zich in de gemeente vestigde. Attestatie is een soort paspoort, waarbij men in geval van armoede en ondersteuning nodig had, deze uit de gemeente kreeg die men verlaten had. Men ziet dat dit voor jonge mensen nog gevolgen kon hebben.



Maar zo rond 1800 raakte ook in ons dorp de gemoederen verdeelt Patriot of Oranje gezind het liep dwars door de bevolking heen. Toch was er een moment dat de patriotten mogelijk de overhand hadden, alleen met de komst van de Pruisen werd de oude toestand weer hersteld. Met het gevolg dat er nog al wat inwoners van Papendrecht waren die moesten vluchten om aan wraak van de mede bevolking te ontkomen. Zelf de predikant moest voor zijn lijfsbehoud vluchten.


Niet lang daarna kwamen de Fransen toch ons land binnen en moest de stadhouder vluchten naar Engeland. Betekende ook voor ons dat we onder Franse heerschappij terecht waren gekomen. Wat voor onze gemeente in hield inkwartiering, Paarden die gevorderd waren, en een stroom vluchtelingen die door het dorp kwamen. In de boeken van de diaconie staan vele vermeldingen dat er ondersteuning gegeven werd aan deze berooide mensen.


Al met al was het een verwarde tijd, veel veranderde door nieuw wetgeving Denk maar eens aan de maten en gewichten, achternamen verplicht. Gekozen gemeenteraad, verdeling tussen gemeente en kerkelijke goederen. Scholen die uit handen van de diaconie genomen werden. Ja zelf de toren van de kerk viel onder de burgerlijke gemeente Toren en luidklok waren tot nut van iedereen. Ook waren vele deserteurs en krijgsgevangenen in de toren opgesloten die de koster van eten moest voorzien. Zelf de kerkzaal werd gebruikt voor overnachtingen van peletons soldaten., die van Rotterdam naar Brabant trokken en hier onderdak moesten vinden. Het was zelf soms zo dat er meer soldaten waren dan inwoners.


Maar ook aan de Franse overheersing kwam een eind. In het laatst van 1815 waren er hevige gevechten op de dijk in het Oosteind en Kraaihoek nabij de molen. Waarbij dmen het verloor van de Franse die uit Gorinchem kwamen, en verschenen de Franse op de Veerdam waarbij de stad Dordrecht beschoten werd. Helaas werd er terug geschoten en dit veroorzaakte ook nog al wat schade aan de trasmolen en de huizen op de veerdam en op de dijk. Plunderend zij de Franse soldaten met mee neming van hun doden en gewonden op Gorinchem terug getrokken. Het gemeente bestuur mogelijk wijs geworden ging alle mogelijke wraakacties van de bevolking tegen, zodat er geen molestaties zoals vorige keer zijn gebeurt.



Weer was er rust in het dorp en et zou nog vele jaren duren voordat er weer van oorlog gesproken zou worden. Wel zijn er nog gebeurtenissen te vermelden, die best ingrijpend waren. Allereerst op 1 mei 1855 brak er brand uit in een van voor de kerk staande huizen. Al spoedig was het vuur niet meer te bedwingen en branden er 10 huizen rondom de kerk af. Helaas bleef de kerk ook niet gespaart, het vuur sloeg over naar de toren en spoedig stond de hele kerk in brand. Enkel dingen zolas de kanselbijbel en de armenkist konden nog gered worden. Het archief was bij de predikant opgeborgen in de pastorie, zodat deze gespaard bleef.


Al spoedig begon men aan een nieuw te bouwen kerk. Het probleem bleef wel dat men constateerde dat de heipalen te dun en te kort waren. Maar ondanks vele waarschuwingen ging het werk gewoon door. Het was op 14 maart 1858 dat de nieuwe kerk in gebruik werd genomen. 10 jaar later werd er al gesproken dat het gebouw in een gevaarlijke toestand verkeerde, en met veel lapwerk werd er weer evenwicht in het gebouw gebracht. Maar helaas in 1890 werd na het lezen van een inspectie verslag onmiddellijk de kerk gesloten Opmerkelijk is wel dat dit op zondag na de dienst gebeurde en de kerk voor de avonddienst gesloten werd. Afbraak volgde en spoedig verrees er een nieuw kerkgebouw, gelijk aan het vorige maar enkele meters verschoven. Met veel materialen die uit de gesloopte kerk waren gekomen, zoals kapbinten en toren. Op 32 september 1891legde de kinderen van Ds Popta de eerste steen en op 14 februari 1892 werd de eerste dienst weer in het nieuwe kerkgebouw gehouden.



Het werd 1929 dat het kerkgebouw door de toenemende bevolking van Papendrecht te klein werd. Daarop kwam er een grote verbouwing. Twee zij beuken werden aan het schip van de kerk gebouwd en vele veranderingen aan de raampartijen werden gedaan. En boven dit alles haalde de burgerlijke gemeente de torenspits eraf en bouwde een grote vierkante toren voor de kerk. Deze heeft er tot 2004 gestaan, maar moest gesloopt worden wegens bouwvalligheid. De burgerlijke gemeente plaatse een nieuwe torenspits op de oude gelukkig niet weggehaalde steunpunten terug. En gaf dit geheel aan de kerkelijke gemeente terug.


Nog enkele zaken die niet onvermeld mogen blijven. Mede door het groter worden van het bevolkingsbestand en personen die een andere mening over geloofszaken hadden kwamen er ook in Papendrecht kerken bij in de jaren na 1900 Waarvan de Gereformeerde kerk er een van is, die op deze tijd hun 100 jarig bestaan mogen gedenken.


Ook ik als archivaris van de Hervomde Gemeente te Papendrecht en amateur historicus mag mijn hartelijke gelukwensen aan deze gemeente overbrengen. In de hoop dat er voor ook voor deze gemeente nog vele gelukkige jaren onder Gods onmisbare zegen nog mogen komen.


De luidklok in de toren van de Grote kerk te Papendrecht

We mogen gelukkig op elke zondag de klok horen luiden. Het is zo door de eeuwen heen een oproep om naar Gods huis te gaan, en zijn geluid mag nog steeds voor dit doel klinken.


Maar wat betekende de luidklok nog meer voor de bewoners van ons dorp. Ten eerste en heel belangrijk luide de klok bij brand, om de bevolking op te roepen om gezamenlijk de brand te bestrijden. Gevaar als de vijand naderde, als het ijs in de rivier in een ijsdam ophoopte. Wat van levensgevaar was voor de hele Alblasserwaard. En niet te vergeten het voorlezen van vonnissen, wat bij klokslag bekrachtigt werd. Zomaar een aantal voorbeelden van de luidklok. Het is dan ook geen wonder dat in de Franse periode van ons land de luidklok aan de burgerlijke gemeente met toren toebehoorden. Als algemeen nut.


Nu weer terug de geschiedenis in. Zeker kan men aannemen dat er al heel vroeg een luidklok in het dorp aanwezig zal zijn geweest. Zoals we gehoord hebben kon men niet zonder. Maar wanneer de eerste klok er geweest is zal altijd wel een vraag blijven. In 1574 toen de Spanjaarden ook hier vele verwoestingen aanrichten en de kerk ook niet gespaard bleef, was het wel zo zoals we op een oud schilderij zien, dat de toren gespaard bleef. Maar vele klokken in de Alblasserwaard , werden ingeleverd om omgesmolten te worden voor geschut.


Hoe dat met de Papendrechtsche klok gegaan is? Ook hier moeten we het antwoord schuldig blijven. Wat wel vaststaat dat in 1855 een luidklok in de toren aanwezig was. 1 mei 1855 een droeve dag voor het hele dorp, avonds laat brak er brand uit in een woonhuis wat voor de kerk stond. Het vuur verbreide zich heel snel en weldra was de brand overgeslagen naar toren en kerk. En zo luide de klok zijn eigen ondergang tegemoet. Men mag aannemen dat de klokluider zo lang mogelijk de klok geluid heeft om de bevolking op te roepen. Maar ondank alles pogingen om de kerk te behouden, storten de toren in en vernielde de klok.


Op 14 maart 1858 werd een nieuwe kerk in gebruik genomen, en moest de burgerlijke gemeente voor een nieuwe klok zorgen. Dit was echter een groot probleem omreden zo lezen we in verschillende archiefstukken er weinig goede klokken voorhanden waren, en een nieuwe klok voor de gemeente te duur was. Uiteindelijk is er toch een klok gevonden die voldoende draagkracht had om zich in het dorp te laten horen.


En zo zijn we aan de klok toegekomen die we nog steeds horen. Waar deze klok gekocht is of waar hij gegoten zal zijn? Helaas onbekend. Wel is zeker na onderzoek van deskundigen dat deze klok gegoten is in het jaar 1375. In de klok zijn 10 heilige beeldjes gegoten Waaronder 1 in groter formaat van Maria met het kind Jezus op de arm. Rondom de rand van de klok staat door de tand van de tijd een niet meer te lezen Latijnse tekst. Vanwege zijn bijzondere waarde is de klok op de nationale monumentenlijst geplaatst. De klok is tot 1950 met de hand geluid. Waarna de techniek het zware werk van klokluider heeft overgenomen.


Op nieuw door oorlogsgeweld nu was dat in 1942 maakte de klok grote kans om voor oorlogsdoeleinde in de giet pan zou verdwijnen. Alle klokken in ons land werden door de Duitser gevorderd. Maar door snel ingrijpen van het gemeente bestuur kon voorkomen worden dat de klok weggevoerd werd. Zo werd de klok in bescherming genomen. En een begeleidend schrijven hiervan werd in de nabijheid van de klok opgehangen, terwijl de klok zelf werd voorzien van een grote wit geschilderde M (monument). Zo is deze oude klok gespaard gebleven en we mogen zijn geluid nog steeds horen.


Grote Kerk aan de Kerkbuurt

We hebben al begrepen dat deze kerk nog niet zo oud is 1891 en grondig verbouwd in 1929. We hebben als Papendrecht niet het geluk gehad om een oud gebouw in ons bezit te houden. Hoewel er vanaf het jaar 1100 er een kerk op deze plaats is geweest., en nog steeds staat. Voor de verwoesting van de kerk door de Spanjaarden in 1574 weten we eigenlijk niet veel over de kerkgebouwen die er gestaan hebben. Na 1600 is er een eenvoudige kerk gebouwd met toren. Helaas is dit gebouw en toren door de brand in 1855 verloren gegaan. Opnieuw verrees er een kerkgebouw die op 14 maart 1858 in gebruik genomen is.


Nu niet meer evenwijdig aan de dijk, maar er haaks op. Tijdens het heien van de palen was er al een geschil opgerezen dat hier geen goed materiaal gebruikt werd. De palen waren volgens bestek te dun en te kort. Maar ondanks waarschuwingen ging het werk toch door. Helaas bleek al spoedig dat het gebouw ging scheuren en tekenen van ernstig verval ging vertonen. 30 jaar heeft het gebouw nog gestaan, toen moest het afgebroken worden. Al spoedig ging men aan het werk voor een nieuw gebouw. Waarvan veel materiaal uit het oude gebouw werd gebruikt. In september 1891 legde men de eerste steen en op 14 februari 1892 werd het gebouw in gebruik genomen.



In 1929 was het kerkgebouw te klein geworden, zeker door het groeiende aantal inwoners in de gemeente. Uitbreiding volde en het aanzien van het kerkgebouw veranderde opmerkelijk, door het aanbouwen van twee zijbeuken. En de burgerlijke gemeente plaatste er een grote vierkante toren voor, nadat de oorspronkelijke toren verwijderd was.


Deze toren verdween in heeft er tot 2004 gestaan en moest wegens bouwvalligheid gesloopt worden. Er waren tijdens de bouw een aantal soorten verschillende stenen gebruikt, wat tot gevolg had dat er vele scheuren ontstonden. Het model van de oorspronkelijke toren werd opnieuw gemaakt en weer op de oude steunen gezet. En zo is de toren aan de kerkelijke gemeente overgedragen.


70 weergaven0 opmerkingen
bottom of page