Ingezonden door: Henk Blokland.
Ik ben geboren op 14 oktober 1942. Het derde jaar van de oorlog, aanvankelijk dacht ik altijd dat ik geboren was aan het oosteinde 105 te Papendrecht, op dat adres woonden rijke mensen, de familie vonk, en mijn ouders huurden het achterhuis en daarom zei je dan ook als iemand vroeg waar je woonde “achter vonk”. Op mijn weegkaart van het consultatiebureau uit 1942 echter stond duidelijk als eerste woonadres : oosteinde 20 dit was het adres van mijn grootouders van mijn moeders kant.
Mijn moeder sijgje was de jongste van 12 kinderen, waarvan er 3 slechts enkele jaren leefden, ik herinner mij mijn grootmoeder als een strijdbare vrouw die lid was van het plaatselijke rooie zangkoor morgenrood, zij liep derhalve altijd voorop in optochten en demonstraties te samen met de andere vrouwen uit volle borst de internationale zingend. Mijn opa heb ik nooit gekend hij stierf op ..... Jarige leeftijd in 1930, van de andere broers en zussen van mijn moeder herinner ik mij vooral oom Henk en oom huig, oom Henk bleef tot op latere leeftijd vrijgezel maar ontmoette op zijn 60ste na al die jaren alleen verliefd te zijn op de fles, zijn echte liefde : een liefdevolle vrouw, beide broers waren eveneens betrokken bij de arbeiders beweging en waren lid van de sdap (zie foto oosteind van de gebr.donker) oom huig, ook vrijgezel, bracht het nog tot gemeenteraadslid maar overleed op jonge leeftijd ten gevolge van een verkeersongeval.
Gedurende de jaren van de oorlog woonden we dus “achter vonk” en uit die tijd herinner ik mij 3 gebeurtenissen. Ten eerste het neerstorten van de lancaster bommenwerper in de oostpolder wat wij staande op de dijk ter hoogte van het kleine waaltje goed konden zien, ten tweede bij de intocht of feestelijkheden bij de bevrijding viel mijn jongere zus wil achterover in de “bakstoep” van het huis aan de dijk, en tenslotte de terugkeer van mijn vader uit Duitsland, waar hij vanaf begin 1945 tot ver na de bevrijding dwangarbeid had verricht. Tijdens zijn verblijf in Duitsland is hij steeds weer naar andere plaatsen getransporteerd, van dachau bij München tot Hamburg en Dresden in het destijds genoemde sudetenland naar de plaats aussig om tenslotte door de russen te worden bevrijd in de buurt van Leipzig, dit weet ik allemaal door de brieven die hij destijds schreef aan zijn gezin en die ik al die jaren bewaard en herschreven heb (binnenkort worden deze brieven overgedragen aan het niod).
Na de oorlog verhuisden we naar oosteinde 58, een binnendijkse woning die we huurden van Wim Hubers, de eigenaar van café de witte ballon, zoals destijds gebruikelijk ging je op zondagochtend altijd op koffie visite bij oma, alle ooms, tantes, neven en nichten waren dan present, wat ik het liefst deed op zondag was het luisteren naar de radio van oma donker naar het hoorspel “monus de man van de maan” televisie kwam pas later en ik herinner me dat ik dat voor het eerst gezien heb ik café de witte ballon.
De watersnoodramp in 1953 heeft een onuitwisbare indruk op mij gemaakt, ik zie het water nog de polder inkomen, uit het westen kwam een breed front van wittig schuimig water verdween dan weer heel even om de volgende sloot te vullen en kwam dan weer dichterbij, ook de weeïge lucht van ontbindende lichamen van het drijvende vee in het water was misselijk makend, een geluk hadden we als jochie van 11 jaar, we hoefden niet naar school, want die was bezet door de koeien die het overleefd hadden. Nog maanden later rook je de penetrante geur van gier en lysol en kon je zien waar de gaten waren ontstaan in de vloer van de leslokalen.
Comments