top of page

Middenstand - 1935-1939

De kleine middenstanders. Wat hadden wij er vroeger veel in Papendrecht. Op ieder stukje dijk kwam je er wel 1 tegen. Bakkers, melkboeren, slagers en kruideniers in overvloed. Allemaal van die leuke kleine winkeltjes en bedrijfjes die een eigen verhaal hadden. Het is jammer dat met de komst van de grootwinkelbedrijven, dit stukje nostalgie is verdwenen.

​

Op deze pagina vindt u een verzameling verhalen voor en door de kleine middenstanders van weleer. 

​

Heeft u nog een leuk verhaal voor ons? Neem dan contact met ons op!   

Verhaal - oranje.png

1935 - Mevrouw Ardon - Petroleumhandel

1935 - Mevrouw Ardon - Petroleumhandel
Petroleumhandeltje

Mevrouw Ardon wiens man op vrij jonge leeftijd was overleden had samen met haar dochter Mien een handeltje in petroleum, in de jaren 30 een onmisbaar product, iedereen had het immers nodig om mee te koken, u herinnert zich ongetwijfeld die lelijke groene petroleumstellen, waar dan zo'n katoentje in zat dat doordrenkt was met die olie en vervolgens ging branden, menig maaltijd werd zo bereid.

i286823014283738841._szw1280h1280_.jpg

Mevrouw Ardon verkocht dit uit een schuurtje achter haar huis in het bosch, regelmatig ging zij of haar dochter Mien, met het handeltje een heuse ventwijk in, het was immers een product wat men bijna dagelijks nodig had, mevrouw Ardon had hiervoor een hondekar in gebruik van de maatschappij petrolifere, de petroleum werd gewoon uitgepint.

​

Het handeltje heeft tot eind jaren 50 bestaan, al was de hondekar vervangen door een kruiwagen, mede doordat de petroleum in flessen te koop kwam, en op meerdere adressen verkrijgbaar was, aai de lange, drogisterij punt, parlevinker verdoorn verkochten het ook, is het handeltje gestopt. het is natuurlijk nooit een vetpot geweest, maar mevrouw ardon en haar dochter konden er van rondkomen.

1935 - Peter Verdoorn - Parlevinker

1935 - Peter Verdoorn - Parlevinker
De grondlegger

Peter Verdoorn, de zeilschipper kon het eind jaren 20 niet meer bolwerken, en krijgt via de shell het olieschip "avontuur" en een vaste ligplaats op de staart in Dordrecht, in 1935 verhuisd  hij met zijn schip van de Dordtse oever naar de Papendrechtse oever, en koopt het pand Kerkbuurt 2, waar de voorkamer ingericht wordt als winkel en waar zijn vrouw de klanten gaat bedienen, op het schip waar men eerder gewoond heeft, legt de shell olievaten en wordt het een aanlegschip.

i286823014283916411._szw1280h1280_.jpg
Het Bunkerschip
i286823014283916787._szw1280h1280_.jpg

In de oorlogsjaren koopt zijn zoon leen, die inmiddels bij zijn vader in het bedrijf was komen werken een aakje en wordt daar schipper op, het bootje wordt naar zijn oudere broer cor genoemd, en doet dienst als oliebootje met een opslagcapaciteit van 3000 liter, behalve olie zijn er ook andere scheepsbenodigdheden aan boord. In 1947 gaat leen, inmiddels getrouwd op het bunkerschip wonen, na de gezinsuitbreidingen in 1949 en 1955 gaat leen met zijn gezin in 1960 aan de vaste wal wonen, achter de winkel in Kerkbuurt 2, zijn ouders verhuizen naar de beneden verdieping.

De winkel

in de winkel is van alles te koop, zoals  laarzen en klompen, touw, verf en kwasten, dweilen en poetsdoeken, regenpakken, wasmiddel, butagas, en benzine voor auto's de pomp van de shell stond vlak voor de winkel. De cor wordt vervangen door de luctor, met een capaciteit van 15000 liter, leen heeft een ventvergunning voor het gebied tussen Werkendam en oud Beijerland, en de rivier de noord tot IJsselmonde, op zondag wordt er in het bedrijf nooit gewerkt, ook blijft de winkel dan dicht. In 1978 vond leen het welletjes en besloot te stoppen als parlevinker.

i286823014283917470._szw1280h1280_.jpg

1935 - Maarten Kooijman - Textiel

1935 - Maarten Kooijman - Textiel
De start van Maarten Kooijman

Maarten Kooijman begint in de jaren 30 met zijn paard en wagen, stoffen te verkopen in de west Alblasserwaard, in de oorlogsjaren is hij hier tijdelijk mee gestopt, om na de oorlog zijn handel weer op te pakken, er kwam van alles bij zoals textiel, ondergoed, lakens, nachtkleding etc., hij deed dit in 1e instantie met een koffer als opslag.

 

 

 

 

 

 

 

​

​

 

 

 

 

In 1952 kocht hij een bakfiets, zijn vrouw verkocht vanuit de voorkamer van hun huis aan de dijkstraat 35, die ingericht was als winkeltje met een toonbank en de nodige rekken, onder andere : scheepjes wol, ketelpakken, ondergoed, textiel, overhemden etc. het huis werd hierdoor al gauw te klein

i286823014283229140._szw1280h1280_.jpg
De winkel in het Bosch

In 1954 werd het herenhuis bosch 69, van de familie van der erve, gekocht voor 12500 gulden, en deels ingericht als winkelruimte, de winkel werd in dat zelfde jaar nog geopend, met de verkoop van vloerbedekking werd een nieuwe koers ingeslagen, de huisjes aan het bosch nr 65 en 67 werden gekocht, en werden doorgetrokken bij de winkel, het bedrijf groeit enorm, ook mede door de explosieve groei van de gemeente Papendrecht, de zoons komen in de zaak en gaan zich steeds verder specialiseren in de woninginrichting, het textiel aan moeder "dit" (dirkje) overlatend.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

De zoons openden later een hele grote en mooie winkel in de veerweg, genaamd Kooijman woonstudio. in 1ste instantie was dit op het nieuw aangebouwde deel van winkelcentrum de meent, op de hoek weteringsingel / veerweg waar het beeld van de erwtenpeller stond, dit gebeurde in september 1969, deze locatie is enkele jaren later in gebruik genomen door de N.M.B, bank, toen de gebr Kooijman een nieuw pand hadden laten bouwen op de hoek veerweg - cornhertstraat.

i286823014283229418._szw1280h1280_.jpg

1935 - Kok - Kapper

1935 - Kok - Kapper
Kapper Kok aan het oude Veer nr. 9

Kapper kok vestigt zich in de jaren 30 op het oude veer en begint daar een kapsalon, een mooi bord aan de zijgevel met daarop de tekst : knippen en scheren voor heren, hij had er gewoon een drukke kapsalon, na de oorlogsjaren begint hij ook met het knippen van kinderen, dat had hij beter niet kunnen doen, wat was er aan de hand, kapper kok kon maar 1 model knippen, het zogenaamde bloempotmodel.

​

Na kapper kok bezocht te hebben, kwamen de meisjes naar buiten met een jongenskoppie, jawel het bloempotmodel, de jongens hadden hem ook al niet zo hoog zitten, was je bij kapper kok geweest kreeg je thuis te horen, het ziet er weer goed uit, op school of als je er naar toe liep kreeg je altijd wel ergens een opmerking, zeker bij kapper kok geweest, of hebben de ratten aan je haar gezeten, kortom geen succes allemaal, maar als kind kon je hier weinig aan doen, je werd er gewoon heen gestuurd, en had je commentaar, dan werd je zakgeld  een keer overgeslagen.

i286823014283279707._szw1280h1280_.jpg

Op een gegeven moment, gaat kapper kok de nodige lichamelijke mankementen vertonen, hij krijgt reuma, de man liep krom, stond krom, eigenlijk stond alles stijf en krom van de reuma, hij kon zijn vak niet meer uitoefenen, als kleine zelfstandige ben je natuurlijk nergens voor verzekerd, van afkeuren was dus geen sprake hij was immers niet in loondienst, aankloppen bij de gemeente voor een bijstandsuitkering, kon wel, maar hij kreeg niets, men zei keihard, u heeft nog bezittingen verkoop die maar, eigenlijk allemaal te triest om waar te zijn, een man heel zijn leven hard gewerkt, zit zonder inkomen.

​

Zijn overbuurvrouw de weduwe voogd, heeft toen het initiatief genomen, en is het oude veer langs gegaan, want iedere winkelier had aan het eind van de dag wel iets over, en jawel, bij bakker boer kwam brood vandaan, metselaar v d linden inde de huur van de winkel niet, slager pullen hield wel eens een stukje vlees over, melkboer van dalen zuivel, bij viveen kwam wel eens een visje vandaan, dokter rietveld schreef geen rekening voor zijn pillen, drogisterij punt leverde wasmiddel, Boerman fruit, diegene die geen winkel hadden, deden een duit in het zakje, zo gaf schooljuffrouw borsje wekelijks 5 gulden in een enveloppe, een prachtig gebaar natuurlijk, en kapper kok was ermee geholpen.

​

Na een paar maanden probeert hij de draad weer op te pakken, eigenlijk tegen beter weten in, de loop was gewoon uit zijn kapsalon, op een gegeven moment komt Arie van der waals in beeld, een leuke joviale vent, de kapsalon bloeide weer helemaal op, maar ja, kapper kok zat erbij te kijken hoe zijn knecht knipte, Arie heeft de kapsalon aan het oude veer overgenomen, en er een goed lopende kapsalon van gemaakt, het pand werd zelfs te klein, Arie is verder gegaan in een pand in de gouderegenstraat. kapper kok is met zijn vrouw verhuisd naar een bejaardenwoning in de Douwes dekkerlaan.

1935 - Jol de Jong - Tandarts

​1935 - Jol de Jong - Tandarts
De eerste tandarts in Papendrecht

Wat was hij nu eigenlijk, een tandarts of een middenstander, ik heb eens een keer een opmerking gehoord, het is gewoon een middenstander, ook dit is handel, hij heeft alleen wat langer door geleerd als wij.

jol de jong had een praktijk in Dordrecht op de hoek van de vrieseweg en de Ferdinand bolsingel, een prachtig pand met aan 1 kant woonruimte en de andere kant praktijkruimte (zie foto).

 

​

i286823014285281291._szw1280h1280_.jpg

Maar ja als beginnend tandarts en dan zo'n pand, daar moest echt voor gewerkt worden, vandaar dat hij in 1935 een praktijk in Papendrecht begon, op de veerdam 23 om precies te zijn, en dan met name in de avonduren, want overdag was hij natuurlijk in Dordt bezig, hij was hiermee de eerste tandarts in Papendrecht, voorheen moest je of naar Dordt, of naar je huisarts, met name dokter rietveld wist er wel raad mee, hij trok alleen zonder te verdoven.

 

Jol heeft tot aan het begin van de oorlog praktijk gehad aan de veerdam, in de oorlogsjaren heeft deze stil gelegen, om vervolgens in 1946 weer te beginnen in Papendrecht, en nu op een andere locatie, het oude veer 16

op het oude veer heeft hij wel een naam opgebouwd, ik herinner me : de smoelensmid, de bekkentrekker, de sloper, de jojo, de slager dan dacht je dat ze pullen bedoelde die ook op het oude veer zat.

​

De meeste mensen zagen al lijkbleek als ze erheen moesten, of liepen te zuchten en te trillen, na eenmaal op die stoel gezeten te hebben, kwamen ze of vrolijk naar buiten, of lagen ze voor pampus op het oude veer, om dan vervolgens door Gerrit punt en zijn vrouw opgeraapt te worden, zij gaf ze een bak lauwe thee, en Gerrit verkocht tussendoor zo'n fles van dat spoelwater aan je, na verloop van tijd ging het wel weer, en kon je naar huis met een fles spoelwater rijker. in het ongunstigste geval lag je daar op het oude veer, en moest dokter rietveld er aan te pas komen om je weer op te lappen.

​

Jol was een enorme charmeur, zeer zeker richting het jongere en knappere deel van het vrouwelijk geslacht, daar deed hij echt zijn best voor, als je niet op paste vulde hij gewoon het  verkeerde gaatje, als oma langskwam met nog een paar tanden in haar mond, was het : hier doe ik niets aan ze vallen er vanzelf wel uit, regelmatig had hij ook andere assistentes bij zich, er waren erbij die het verschil tussen een tandenborstel en een tube tandpasta nog niet wisten, maar ze waren er wel en erg knap ook.

jol had natuurlijk niet zo veel vrienden in Papendrecht, sterker nog hij had meer vijanden, die dat dan ook lieten merken, hij parkeerde zijn auto altijd op de veerdam zo tussen de burgemeesterswoning en de kazerne, dikwijls werd die auto beschadigd, er zaten weleens krassen op, er lag weleens een spiegel af, alle 4 de banden stonden eens een keer plat. vervolgens mocht hij hem bij Boerman op het erf parkeren, dat was ook al geen succes, er stonden daar de nodige bomen, waar natuurlijk vogels inkomen, die dan weleens wat laten vallen, kon hij zijn auto weer schoonmaken.

​

Met de komst van tandarts de boer op de veerdam, en vrij kort daarna tandarts van kalken in de narcisstraat later rembrandtlaan, was er voor jol de jong steeds minder te doen, hij sloot zijn praktijk op het oude veer , om vervolgens alleen in Dordrecht verder te gaan.

1936 - Jaap Verheuvel - Rijwielhandel

1936 - Jaap Verheuvel - Rijwielhandel
De start van Jaap Verheul

Jaap Verheuvel geboren in 1913, nam in december 1936 op 23 jarige leeftijd de rijwielhandel en herstelplaats van Huib IJzerman senior aan het Oude Veer nr. 6 over, Huib IJzerman senior ging het was rustiger aan doen, met de handel in petroleum alsmede het transport gedeelte stopte hij.

 

Het sigarenmagazijn liet hij aan zijn vrouw over, dit was gevestigd op het Oude Veer nr. 2, zij nam tevens de benzinepomp voor haar rekening, zelf ging hij bij zijn zoon Huib junior in loondienst werken, die sinds 1929 in het Westeind een fietsenwinkel gestart was, eigenlijk was hij de concurent van zijn vader dus dit was een prachtige oplossing.

i286823014298726873._szw1280h1280_.jpg

Jaap Verheuvel die dit bedrijf aan het Oude Veer nr. 6 voortzet onder de naam : handel en reparatie-inrichting J Verheuvel voorheen H IJzerman, had dit heel goed bekeken, de concurent op het Oude Veer, rijwielhandel Kramer die op nr. 3 zijn bedrijfje had, was in 1933 toen het pand van fruithandel Boerman gebouwd is vertrokken, ook naar het Westeind, naast de stoep van de openbare lagere school, Jaap had dus het alleen recht op het Oude Veer en dat ook nog een keer op een heel gunstige lokatie, want alles en iedereen moest er gewoon langs, hij krijgt het zo druk dat hij in april 1940 een halfwas rijwielmonteur in dienst neemt, namelijk de toen 19 jarige Barend Vogelesang, ook verwierf hij in die tijd het recht om als enige in Papendrecht, Gazelle fietsen te mogen verkopen.

De start van Jaap Verheul

Jaap Verheuvel en zijn vriend Freek van Os waren beide motorrijders en gingen regelmatig op pad, zo hebben ze beiden hun aanstaande vrouwen leren kennen, die in Rijsoord woonden en vriendinnen waren, Freek van Os trouwt met Cornelia de Jong en Jaap Verheuvel met Willy Kaspruck, het stel ging na hun trouwen boven de winkel aan het Oude Veer nr 6 wonen, en kregen 3 kinderen, Loes, Ineke en zoon Rob.

​

Tijdens de oorlogsjaren, om precies te zijn in 1943 krijgt Jaap een ernstig motorongeluk, en raakte daardoor blijvend invalide, tijdens die oorlogsjaren was er een gebrek aan alles, ook in de ziekenhuizen was dat zo, Jaap moest thuis revalideren, hij kocht hiervoor een bakfiets om hierop te oefenen, zonder hulp of begeleiding, zijn zus heeft in die tijd, samen met het knechtje de winkel draaiend gehouden, onder andere omstandigheden als in die oorlogsjaren had Jaap veel beter kunnen revalideren, nu heeft hij heel zijn leven beperkingen gehad, hij trok met zijn been en kon zijn ene hand en arm minder goed bewegen, toch wel lichaamsdelen die belangrijk zijn als je een fiets moet repareren.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

na de oorlog kreeg Jaap het druk, hij kreeg het niet aangesleept met nieuwe fietsen, de Duitsers hadden er op hun aftocht naar Duitsland natuurlijk de nodige mee genomen, omdat ze het te ver lopen vonden nach die Heimat, ze vorderden gewoon een Papendrechtse fiets. de Papendrechters die nog een fiets hadden, die dan meestal in onderdelen weggestopt was zodat de Duitsers er niets aan hadden moesten allemaal opgeknapt worden want er ontbrak nog wel eens een schroefje of een moertje, bovendien had Jaap weinig concurentie, alleen IJzerman en Kramer verkochten fietsen, Jaap en zijn knechtje Barend Vogelesang hadden het er maar druk mee.  

 

Begin jaren 50 gaat Barend hem verlaten, en begint zelf een rijwielzaak in het Bosch op nr 19, het pandje naast foto Hello komt leeg, en Barend begint daar, en Jaap, in de volksmond werd hij "weet je wel" genoemd, dit omdat hij na ieder verhaal dat hij vertelde deze term toevoegde, vond het best, hij ging gewoon op zijn eigen manier en tempo door, ging in de grote vakantie jaarlijks voor 2 weken met zijn gezin naar Ede, en doet in de jaren 70 zijn bedrijf over aan zoon Rob.

i286823014298768004._szw1280h1280_.jpg
Het einde van rijwielhandel Verheuvel

Rob een voortreffelijk sportman, en ooit deelnemer aan de Elfstedentocht, waar hij de pech had om in de laatste groep te moeten starten, en als je dan een beetje tegenslag krijgt onderweg wordt het een moeilijk verhaal om op tijd binnen te komen, hij werd  's avonds om 11 uur in Dokkum van het ijs gehaald, het beroemde kruisje liep hij daardoor mis.

zakelijk gezien kwam de volgende tegenslag, mede door de enorme concurrentie, die er in die tijd was, IJzerman zijn 3 zoons zaten in de rijwielhandel, die moesten met 3 gezinnen ervan eten, Barend Vogelesang de vroegere knecht van zijn vader was in het Bosch voor zijn eigen begonnen en verkocht het nodige en repareerde voor een koopje.

 

Smouter een AOW'er tje in de Hoofdstraat op het Zand repareerde nogal eens een fiets, van Bruggen was op het winkelcentrum in de Westpolder een fietsenwinkel begonnen, Broer in de Zonnebloemstraat, en laten we eerlijk zijn, als je daar in de buurt woont, kom je niet even naar het Oude Veer om je fiets te laten repareren laat staan te kopen, tot overmaat van ramp begon ook de plaatselijke bouwmarkt, de Gamma fietsen te verkopen, kortom Rob redde het niet, met zijn fietsenwinkel en ging in 1983 failliet, en hoe gek het ook moge klinken, de gebroeders IJzerman kochten de winkel uit het faillisement, een winkel die hun opa in 1936 aan Jaap Verheuvel had verkocht.

i286823014298777155._szw1280h1280_.jpg

1939 - Arie Kooij - Kolen en groenteboer

1939 - Arie Kooij - Kolen en groenteboer
Kolen- en groenteboer

Een winkel met een verleden. Bakker boer is hier begonnen, toen deze verhuisde naar het oude veer kwam bakker verkerk erin, die verhuisd op zijn beurt naar de bakkerij van hardam in de Kerkbuurt naast de grote kerk, vervolgens komt Arie Kooij, met als roepnaam aai, in die winkel, hij verkoopt er aardappelen, groenten, fruit en brandstoffen.

Naast de winkel had hij ook nog een ventwijk, aai Kooij trok met zijn paard en wagen, zo'n beetje door heel Papendrecht, ook Sliedrecht moest er aan geloven, hij had gewoon zijn vaste klantenkring die hij bezocht. 's Winters als er sneeuw lag werd  de wagen vervangen door een slee, het was gewoon paard ervoor en glijden maar. aangezien aai een dubbelfunctie had, hij was zowel kolenboer als groenteboer, moest je als klant natuurlijk wel opletten, welke kolen je bij hem kocht, wilde je rode kool, witte kool, groene kool, of eierkolen en antraciet, bestelde je 's zomers de verkeerde kolen dan zaten na het eten de tanden los in je mond, deed je het 's winters verkeerd dan werd je letterlijk en figuurlijk een kool gestoofd. met de sloop in 1964 van het buitendijkse deel van het Oosteind, is ook de winkel van aai Kooij verdwenen.

i286823014284398323._szw1280h1280_.jpg
bottom of page